WAB: schriftelijk vastleggen van (het bestaan van) de arbeidsovereenkomst in verband met lage WW-premie.
Minister Koolmees heeft 9 december 2019 aan de Tweede Kamer meegedeeld dat werkgevers drie maanden extra tijd krijgen om te voldoen aan het schriftelijkheidsvereiste met betrekking tot de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd om in aanmerking te komen voor de lage WW-premie.
Expert
-
Hermien Dautzenberg
Adviseur arbeidsvoorwaarden en cao
Dit betekent dat werkgevers de lage WW-premie mogen afdragen ook als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, die geen oproepovereenkomst is (o.a. min-max-, 40-weken contracten etc), nog niet schriftelijk is vastgelegd óf als arbeidsovereenkomst óf in de vorm van een addendum. Dit geldt alleen voor arbeidsovereenkomst met werknemers die voor 1 januari 2020 in dienst zijn getreden. In die situatie mag bij de loonaangifte de rubriek ‘schriftelijke arbeidsovereenkomst’ vanaf 1 januari 2020 met ‘ja’ ingevuld worden.
Uiterlijk 1 april 2020 moet voor de werknemers die uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst waren óf een door werkgever en werknemer ondertekende arbeidsovereenkomst in de loonadministratie zijn opgenomen of een door beide partijen ondertekend addendum. Het betreft dus alleen arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst zijn.
Als niet aan de bovengenoemd voorwaarde is voldaan en de arbeidsovereenkomst duurt voort na 31 maart 2020 dan is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.
Bekijk hier de voorbeeldbrief