Goed resultaat bereik je samen!
Samenwerken stopt niet bij het afvinken van je eigen taak en afwachten of de ander dat ook doet. Wil je je school echt goed schoonhouden, ga dan als partijen met elkaar het gesprek aan. Dan ontstaat pas echt Samen Werken.
Het schoolbestuur
Goed georganiseerde schoonmaak en daarmee een gezonde school, begint bij het schoonmaakplan. De schoolleiding is daar verantwoordelijk voor en maakt met iedereen afspraken. De schoonmakers maken schoon, en de leerkracht kan samen met zijn leerlingen zorgen voor zaken als:
-
Zijn de bovenkanten van de kasten leeg?
-
Staan alle stoelen op de tafels?
-
Is de vloer opgeruimd?
-
Zijn de wastafels opgeruimd en leeg?
Als schoolbestuur heb je mogelijk meerdere scholen en schoolgebouwen in beheer. Een gevolg daarvan kan zijn dat de afstand tussen jou en de praktijk (de school, het schoonmaakbedrijf) groter is. Voor de scholen betekent deze constructie van meerdere scholen/gebouwen mogelijk dat de scholen niet ieder hun eigen schoonmaakbedrijf kunnen kiezen. Door nauw contact hierover te houden met zowel schoolbestuur als het schoonmaakbedrijf blijf je betrokken.
Het helpt om per school één verantwoordelijke voor schoonmaak aan te wijzen, de schoonmaakcoördinator. Hij is aanspreekpunt en onderhoudt het contact met het schoonmaakbedrijf. Ook kan hij de ‘eigen’ schoonmaakactiviteiten organiseren en bewaken, zoals speelgoed-schoonmaakdagen met ouders en kinderen, en rondjes ‘kasten en bergingen’ met conciërge en leerkrachten.
In een logboek houdt de schoonmaakcoördinator zijn bevindingen (wensen en klachten), opmerkingen en (extra) afspraken bij. Ook kan het schoonmaakbedrijf opmerkingen en vragen opschrijven. Toch werkt persoonlijk contact vaak het prettigst. Bijvoorbeeld in de vorm van regelmatige evaluatie met de school en een leidinggevende van het schoonmaakbedrijf.
Communiceer in heldere taal over het schoonmaakbeleid van de school (hoe staat het ermee, wat doen we allemaal, waar hebben we hulp bij nodig), want daarmee betrek je leerkrachten, ouders en kinderen bij het vraagstuk. Zet schoonmaak op de agenda!
Bied duidelijke richtlijnen en hulp. Maak een kalender waarop ouders kunnen intekenen of organiseer klusjesmiddagen waarop kinderen een kast uitmesten of het speelgoed soppen. Wacht niet op klachten of ernstige vervuiling: anticipeer. Zorg voor attenties voor de helpers in de school. Houd leerkrachten, ouders en kinderen op de hoogte van wat er goed en fout gaat in het schoonmaakplan.
Overleg met leerkrachten, stafmedewerkers en het schoonmaakbedrijf wat reële investeringen zijn voor een schoner en gezonder gebouw. Maakt een lijstje en schrijf een plan om die investeringen te realiseren.
Het schoonmaakbedrijf
Samen met de school is het schoonmaakbedrijf verantwoordelijk voor een realistisch schoonmaakprogramma, en voor de uitvoering ervan. Dit programma is een concreet hulpmiddel voor het toezicht op de werkzaamheden.
Verder adviseert het schoonmaakbedrijf over kwaliteit, preventie (gedrag) en controle (bijvoorbeeld VSR). Ook is het schoonmaakbedrijf verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving.
De schoonmakers
Van schoonmakers mag je goed werknemerschap verwachten. Dat wil zeggen: inzet tonen, een positieve instelling, bereid om opleidingen te volgen, deelnemen aan werkdrukmeters, veiligheids- en Arboregels in acht nemen, je actief op de hoogte stellen, collegialiteit en respect tonen.
Maar de schoonmaker heeft ook een signalerende rol op de werkvloer. Is er een kink in de kabel in de samenwerking of vergeet een klas steeds de stoelen op tafel te zetten, dan moet hij daarover communiceren.
De leerlingen
Het ingehuurde schoonmaakbedrijf zorgt voor een schone school en de groep zorgt zelf voor een opgeruimd lokaal zodat het schoonmaakbedrijf kan doen waar ze goed in zijn: schoonmaken. Indien de schoonmakers eerst de lokalen en de toiletruimtes moeten opruimen en daarna pas kunnen schoonmaken, is er voor het schoonmaken weinig tot geen tijd meer en dat is zonde.
Bovendien: Handen wassen, voeten vegen, afval scheiden, opruimen en af en toe handen uit de mouwen steken hoort bij ‘normaal’ verantwoordelijk gedrag.
Leerlingen werken graag mee om hun directe omgeving mooi en schoon te houden. Zij vinden het juist leuk om een verantwoordelijke taak te krijgen. Behalve dat de schoonmaker beter zijn werk kan doen, is het een belangrijk deel van de opvoeding: schoonmaken en opruimen gebeurt niet vanzelf. Een schone school stimuleert dit gedrag.
De leerkrachten
De rol van opvoeder en begeleider die ouders thuis hebben, heeft de leerkracht op school. Samen met ouders spelen leerkrachten een belangrijke rol in de vorming van het kind. Dus is er een kalender met schoonmaakklusjesdagen, dan zorgen zij ervoor dat deze ook echt worden uitgevoerd. Leerkrachten schakelen de schoonmaakcoördinator in bij het aankondigen en organiseren van gezamenlijk schoonmaakwerk.
Sommige scholen kiezen zelfs voor een lesprogramma over schoonmaken. Lesmateriaal staat op …..?
Aandacht vragen voor voeten vegen, de wc netjes achterlaten, samen opruimen en vrijwillig schoonmaakwerk is heel normaal. Laat leerkrachten daarover communiceren, in het bijzonder op plaatsen waar dat nodig is zoals op het toilet. Het onderstreept de intentie van de schoolleiding om de boel netjes en schoon te houden en houdt ouders en kinderen daarbij betrokken.
Tegelijkertijd zien leerkrachten beter wat er in de praktijk gebeurt dan het schoolbestuur. Het helpt als zij communiceren over wat goed en fout gaat. Maar ook andersom: als de schoonmaker merkt dat zaken die de scholen zelf zouden doen, niet worden gedaan, dan moet deze ook bij de coördinator terecht kunnen.
De ouders/ouderraad
Ouders hoeven niet af te wachten of en wat de school onderneemt op het gebied van hygiëne. Ouders kunnen vragen stellen over welke prioriteit schoonmaak heeft. Is er budget? Is schoonmaak opgenomen in het beleid? Neem contact op met de schooldirecteur als je denkt dat iets anders of beter kan.
Gemeente/landelijke overheid
Onderwijsinstellingen krijgen van de overheid één budget voor het geven van goed onderwijs. Hieruit moeten alle kosten die zij maken, dus ook schoonmaakkosten, worden betaald. Dit bedrag heet de lumpsum. Deze lumpsumbekostiging kent twee onderbouwingen: de personele lumpsum en de materiele lumpsum. De schoonmaak wordt betaald uit de materiele lumpsum.
Scholen bepalen dus zelf waar zij het geld aan uitgeven. Een school kan uit dit budget investeren in periodiek onderhoud, en daarmee in de gezondheid van leerlingen, leerkrachten en ondersteunend personeel, maar kan ook beslissen om bijvoorbeeld digiborden te vervangen.
Informatie over de bekostiging vind je hier:
- Vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs (Rijksoverheid)
- Brochure bekostiging PO, december 2023 (Rijksoverheid)
LEES MEER