#LedenInBeeld: deze keer Natascha van der Ploeg (57), van J. van der Ploeg Dienstverlening

Vereniging 14 april 2025

#LedenInBeeld: deze keer Natascha van der Ploeg (57), van J. van der Ploeg Dienstverlening

In de rubriek ‘Leden in beeld’ vragen we ondernemers en werkgevers in de schoonmaak- en glazenwassersbranche naar hun eerste kennismaking met de branche, hun ambities en een tip voor de politiek of Schoonmakend Nederland. Ook geven ze iedere publicatie 'het stokje door’ aan een lid van Schoonmakend Nederland met daarbij een brandende vraag.

Dit keer Natascha van der Ploeg van J. van der Ploeg Dienstverlening uit Zutphen.

Expert

Hoe ben je in de schoonmaakbranche terechtgekomen?

“Mijn broer startte een schoonmaakbedrijf toen ik 14 jaar oud was. Ik ging met hem mee, maakte schoon tijdens de vakanties en ben sindsdien  in de schoonmaakbranche blijven werken. Ik heb wel een heel andere opleiding gedaan, namelijk de modevakschool voor kostuumnaaien en couture. Ik wilde de creatieve kant op, maar het leven liep anders dan ik had gepland. Na een periode als au-pair in Amerika en een opleiding tot directiesecretaresse, werkte ik bij verschillende bedrijven. Toen mijn partner besloot een bedrijf te starten – hij was glazenwasser – begonnen we in 1994 ons eigen bedrijf. Afgelopen jaar bestonden we 30 jaar.

In de eerste jaren richtten we ons vooral op het schoonmaken en opleveren van bouwterreinen. Maar in 2008 klapte de bouw in elkaar, en dat veranderde ons klantenbestand volledig. Toen we net gestart waren, ben ik schoonmaakopleidingen gaan volgen. Ik wilde echt begrijpen waar ik het over had. Daar heb ik veel geleerd over hoe medewerkers denken. Dat is heel anders dan hoe je als ondernemer denkt. Als het om je eigen bedrijf gaat, neem je veel meer verantwoordelijkheid. Daar moest ik aan wennen. Mijn interesse ligt ook bij de mens: waarom doen mensen wat ze doen? Langzaam is het bedrijf groter en professioneler geworden.

Helaas is mijn man in 2015 overleden aan kanker. Toen hij wist dat hij zou overlijden, zette hij alles in gang om het bedrijf te verkopen. Veel mensen dachten dat ik zou stoppen, en de bedrijven stonden al aan de deur. Natuurlijk heb ik wel even nagedacht of ik iets anders zou willen doen, maar inmiddels heb ik mijn weg in de schoonmaakbranche helemaal gevonden. Mijn man haalde de klussen binnen en ik runde de toko. Dus ben ik gebleven. En gelukkig bleef ook al het personeel.

Mijn creativiteit probeer ik op andere manieren tot uiting te brengen. Zo ontwikkelde ik in coronatijd doosjes met tissues en alcohol die je mee kon nemen naar je werkplek, maar ook in de trein kon gebruiken.”

Wat zijn je ambities?

“Gisteren sprak ik toevallig met mijn HR-collega over mijn ambities. Ik ben niet zo van de toekomstplannen, en dat heeft deels te maken met alles wat er is gebeurd. Ik kijk steeds één jaar vooruit; dat is genoeg. Het komende jaar wil ik me vooral inzetten voor de gezondheid van onze medewerkers. We hebben twee langdurig zieken, en ik zie dat veel collega’s roken en met overgewicht kampen. Hierdoor kunnen sommige medewerkers bijvoorbeeld niet goed meer bukken. Hoe los ik dat op? Geef ik ze een sportabonnement, of is dat alleen iets voor degenen die al sporten? Hoe zet je mensen aan tot gezonder eten? Heeft het te maken met de tijden waarop ze werken? Als je van 17 tot 19 uur werkt, eet je dan misschien twee maaltijden? Eén voor en één na het werk? Dat wil ik dit jaar onderzoeken, zodat we onze collega’s echt kunnen helpen.”

Wanneer is een dag voor jou geslaagd?

“We zijn een dienstverlenend bedrijf, dus als de dienst goed geleverd is en de klant tevreden is, dan is dat heel fijn. Daarnaast is het mooi als het lukt om een medewerker blij te maken. Als iemand een onverwachte snipperdag wil en we krijgen het voor elkaar om dit met z’n allen te regelen, dan voelt dat als een succes. Soms is het een uitdaging om iedereen tevreden te houden, maar als je de volgende dag een bloemetje van een dankbare medewerker krijgt, dan maakt dat een dag geslaagd.  Dat dienstverlenende element is de reden waarom de schoonmaakbranche zo goed bij mijn persoonlijkheid past.”

Wat vind jij het mooie aan onze branche?

“Wat ik mooi vind aan de schoonmaakbranche is dat er altijd een begin- en eindsituatie is: Je komt binnen als het vies is en vertrekt als het schoon is. Dat geeft voldoening. Daarnaast houd ik ervan om constant na te denken over hoe dingen efficiënter kunnen. Een voorbeeld: als onze objectleidster buiten de deur werkt, vult ze de urenwijzigingen en ziektes in op haar laptop en stuurt die lijsten naar mij. Vervolgens moet ik die lijsten verwerken. Dat kan handiger. Ik ben altijd op zoek naar een manier om dit efficiënter te maken, zodat het voor ons beiden goed werkt.”

Wat is de waarde van schoonmaak voor jou?

“Er is een mooie uitspraak: ‘Het valt op als het niet gedaan is’. Waar ik zelf veel waarde aan hecht, is dat mijn medewerkers zo hygiënisch mogelijk werken. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar het kan gebeuren dat de klant een mooie, schone ruimte ziet die lekker ruikt, maar waar je niet met een vergrootglas moet gaan kijken. Het is écht belangrijk welke doek je voor welk oppervlak gebruikt. Dat betekent opleiden, opleiden en nog eens opleiden én corrigeren. Bij mij gaat het ver: als ik bij iemand thuis ben en er ligt een rode doek op het aanrecht, krijg ik echt rillingen. Dan kan ik het niet laten om uit te leggen dat ze een verkeerd signaal afgeven en vraag ik of ze dat niet meer willen doen. Ook al is die doek schoon, ik associeer het met het toilet.”

Heb je een tip voor Schoonmakend Nederland of de politiek?

“Wat ik de politiek mee wil geven, is dat werken moet lonen. Ik heb medewerkers die twee uur werk willen inleveren omdat ze anders hun toeslagen kwijt zijn. De arbeidskrapte is al groot, en dit helpt niet.

Een ander punt is de hoogte van de minimumlonen. Natuurlijk is het goed dat een medewerker goed verdient, maar de lonen zijn inmiddels zo hoog dat ik me zorgen maak over hoe wij onze eigen prijzen nog kunnen verkopen. Er is al een klant die heeft opgezegd omdat ze het gewoon niet meer kunnen betalen.

Wat ik ook een uitdaging vind, is dat we werken met een heel strikte CAO. Dit betekent vaste bedragen voor ervaringsjaren, maar die jaren zeggen niet per se iets over de kwaliteit of verantwoordelijkheid van iemand. Het zou fijn zijn als we zelf zouden kunnen bepalen dat bepaalde medewerkers meer betaald krijgen op basis van hun prestaties.”

Dan de vraag van je voorganger, Marischa Forkink – van den Essenburg.

Wat is jouw tip als vrouwelijke ondernemer in de schoonmaakbranche? En welke specifieke uitdagingen kom jij tegen als vrouw in onze sector?”

“Soms word je als vrouw nog steeds niet serieus genomen. Als ik samen met een mannelijke collega naar een nieuwe klant ga, dan wordt er toch eerst richting hem gesproken. Onlangs kwam er een leverancier langs en hij ging ervan uit dat mijn mannelijke collega degene was die de handtekening moest zetten.

Maar ik weet inmiddels hoe ik hiermee om moet gaan. De betreffende man heb ik rustig aangesproken, en toen hij wegging zei hij dat hij hier echt van had geleerd. Hij zou voortaan altijd bij binnenkomst vragen: ‘Wie is hier de verantwoordelijke?’

In het begin twijfelde ik aan mezelf: straal ik het niet uit, ben ik niet goed gekleed? Maar ik weet nu dat het daar niets mee te maken heeft. Mijn tip: confronteer mannen ermee, maar dan op een vriendelijke, rustige manier. Gewoon blijven doen!”

Aan wie in onze sector wil jij het stokje doorgeven en wat is jouw vraag aan hem/haar?

“Het stokje wil ik graag doorgeven aan Jeroen Schwartzman van Brabant In- en exterieurverzorging. Ik ben benieuwd wat hij doet om zijn werknemers fit en gezond te houden.”