#LedenInBeeld: deze keer Stanley Klop (36) van Maasland Schoonmaakdiensten

Vereniging 23 januari 2025

#LedenInBeeld: deze keer Stanley Klop (36) van Maasland Schoonmaakdiensten

In de rubriek ‘Leden in beeld’ vragen we ondernemers en werkgevers in de schoonmaak- en glazenwassersbranche naar hun eerste kennismaking met de branche, hun ambities en een tip voor de politiek of Schoonmakend Nederland. Ook geven ze iedere publicatie 'het stokje door’ aan een lid van Schoonmakend Nederland met daarbij een brandende vraag.

Dit keer Stanley Klop van Maasland Schoonmaakdiensten in Maasdijk.

Expert

Hoe ben je in de schoonmaakbranche terechtgekomen?

“Mijn ouders hebben het bedrijf opgericht toen ik vier jaar oud was. Vanaf mijn tiende ging ik al mee op pad. Er moest gewerkt worden en als er geen oppas was, ging ik mee. Ik stofzuigde of bediende de schrobzuigmachine. Later, toen ik ouder was, gingen er zelfs teams van vrienden en vriendinnen mee om te helpen. In onze regio is het werken in de kassen erg populair, maar wij wilden liever in het weekend voetballen. Dus gingen we in de avonden en vakanties schoonmaken.

Toch ben ik uiteindelijk een andere kant op gegaan. Mijn vader en ik konden flink botsen op werkgebied. Ik wilde graag ondernemen, terwijl hij het prettig vond dat hij alles onder controle had en er vastigheid was. Ik had op mijn leeftijd destijds andere inzichten en zag minder risico’s. Na een jaar in dienst stapte ik over naar een horecaonderneming.

Tot mijn vader zeven jaar geleden plotseling overleed na een kort ziekbed. Er werd kanker bij hem ontdekt en drie maanden later was hij overleden. In die korte periode begon ik na te denken: het bedrijf was me dierbaar. Ik was er mee opgegroeid, vond de schoonmaak een leuke branche, en daarnaast bleef mijn moeder alleen achter met het bedrijf. Ik besloot op gevoel het bedrijf over te nemen, samen met mijn broer en met mijn zus, die tot dat moment al 10 jaar de boekhouding voor mijn vader deed.

Mijn vader had het goed voor elkaar, maar het was een klein bedrijf met 20 mensen. Omdat mijn broer, zus en ik het samen met mijn moeder oppakten, moesten we meer mensen een inkomen bieden en groeiden we flink. Binnen een jaar verliet mijn broer het bedrijf en kwam mijn schoonzus erbij. In 2020 kochten we mijn moeder en broer uit, maar mijn moeder helpt nog steeds als ondersteunende kracht en kantinedame.

We zijn flink gegroeid. Onze omzet en het personeelsbestand zijn vijf keer over de kop gegaan. Daar ben ik trots op. Tegelijkertijd voel ik daardoor ook wel wat extra druk. Het leuke is dat we een oplossing hebben gevonden voor een deel van het arbeidsprobleem. We hebben teams van scholieren die ’s avonds en in het weekend voor ons werken, net als wij vroeger.”

Wat zijn je ambities?

“We willen een regionaal herkenbaar, maatschappelijk bedrijf zijn. Onze kernwoorden zijn ‘samen, betrokken en vakkundig’. We willen iedereen een kans geven. Als iemand echt wil werken, kan hij bij ons terecht. Daarnaast willen we bekend staan als een werkgever die goed voor zijn medewerkers zorgt. Veel van onze medewerkers zijn praktisch opgeleid of hebben een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit betekent helaas ook dat veel mensen geen rijbewijs hebben en het openbaar vervoer in het Westland sluit niet heel goed op elkaar aan. Daarom hebben we het zelf georganiseerd. We hebben drie negenpersoonsbusjes die langs verschillende opstappunten rijden. Twee ritten aan het begin van de dag en twee ritten terug. Zo vervoeren we zeker 60 medewerkers. Voor ons is dit heel normaal, maar we krijgen er vaak complimenten over. We proberen op vele manieren de mogelijke hobbels weg te nemen.”

Wanneer is een dag voor jou geslaagd?

“Als ik een compliment krijg van een collega of medewerker, of als ik aan hun gezichtsuitdrukking zie dat ze blij zijn met hun baan. Laatst leverde ik op weg naar huis nog wat spullen af bij een medewerker. Ze vertelde me dat ze blij was met haar werk en op dat moment kon mijn dag niet meer stuk. Werk is een groot deel van je leven, dus als mensen blij zijn met wat ze doen, ben ik dat ook.”

Wat vind jij het mooie aan onze branche?

“Ik vind dat mensen meer respect moeten hebben voor schoonmakers. Het besef ontbreekt vaak over hoe belangrijk en ingewikkeld deze branche is. Het lijkt simpel, maar de medewerkers dragen veel verantwoordelijkheid. Vaak moeten ze op dag twee al zelfstandig aan de slag en wordt er veel van ze verwacht. Het gaat niet alleen om schoonmaken; ze moeten ook problemen oplossen, niet in de war raken bij veranderingen, goed communiceren, en panden afsluiten. Je moet kunnen schakelen én schoonmaken. Onderschat dit niet.”

Wat is de waarde van schoonmaak voor jou?

“De waarde van schoonmaak is voor mij enorm groot, en dat is door corona alleen maar toegenomen. De economie groeit enorm als je kijkt naar bedrijven om je heen. Schoonmaak is voor mij een secundaire arbeidsvoorwaarde: je hebt een schone en opgeruimde werkplek nodig. Als ondernemer is het fijn als klanten dit ook inzien, dat geeft me een goed gevoel. We hebben ook bedrijven losgelaten die hier minder of geen waarde aanhechten, waar schoonmaak onderaan het lijstje staat en alles maar goedkoper moet.”

Heb je een tip voor Schoonmakend Nederland of de politiek?

“Er worden tegenwoordig veel dingen bedacht door de overheid die hun doel een beetje voorbij schieten. Ik ben helemaal voor het geven van kansen aan mensen om aan het werk te helpen, maar soms heb ik moeite met de SROI-regeling (Social Return on Investment). Als ondernemer word je bijna gedwongen om deze mensen aan te nemen, omdat bijvoorbeeld klanten in de bouw en overheidsinstanties alleen dan subsidies krijgen. Ik begrijp de gedachte achter deze regeling, maar deze medewerkers hebben vaak meer begeleiding nodig, wat extra kosten met zich meebrengt. Het moet wel realistisch zijn, maar daar wordt niet bij stil gestaan.”

Dan de vraag van je voorganger, René Zwinkels:

‘Wat is de grootste uitdaging waar jullie tegenaan lopen in de schoonmaakbranche, en hoe gaan jullie hiermee om?’

“Het grootste probleem is het verloop onder het personeel. We willen graag mensen langer bij ons houden door ze perspectief te bieden. De behoeftes van medewerkers veranderen naarmate de jaren verstrijken, vooral op het gebied van werktijden, werkintensiteit en plezier. Wij proberen betrokken te blijven bij onze mensen, zodat we mee kunnen bewegen met hun behoeften. Toch merken we dat veel medewerkers het lastig vinden om open te zijn over hun wensen. Ze denken dat ze hun baan verliezen als ze commentaar op iets hebben. De kunst van de leidinggevende is signalen op te vangen, wat lastig is omdat we allemaal op verschillende plekken werken. Soms verlaten ze ons terwijl dat niet nodig was geweest. We proberen dit te voorkomen, zodat we onze medewerkers langer kunnen behouden.”

Aan wie in onze sector wil jij het stokje doorgeven en wat is jouw vraag aan hem/haar?

Ik wil het stokje graag doorgeven aan Marischa Forkink van Caster Facility Service. Ik heb haar wel eens gesproken bij Jong Schoonmakend Nederland. En mijn vraag is: voorzie je problemen in de toekomst voor schoonmaakbedrijven, of speelt er nu al een vraagstuk dat heel schoonmakend Nederland raakt?

Gerelateerd