Een aantrekkelijke sector waarin mensen graag willen werken, blijven werken en zich verder ontwikkelen
Een aantrekkelijke sector waarin mensen graag willen werken, medewerkers met plezier en in goede gezondheid blijven werken en zich verder ontwikkelen. Dat is de inzet van Schoonmakend Nederland voor de nieuwe cao-onderhandelingen die vandaag van start zijn gegaan.
De onderhandelingen vinden dit keer plaats in een bijzondere context. Fedde Monsma, manager cao (Schoonmakend Nederland): “Werkgevers in de schoonmaak hebben de afgelopen cao-periode een historische loonstijging van ruim 19% moeten doorberekenen aan hun opdrachtgevers. Dat is niet overal gelukt. Tel daarbij op de forse stijging van het Wettelijk Minimumloon (WML) die nog op stapel staat. Die drukt enorm op ons loongebouw en maakt werkgevers voorzichtig. Vooral de bedrijven in de specialistische reiniging, waarvan de medewerkers al in een hogere loongroep vallen. Schoonmakend Nederland is zich hier terdege van bewust. Tegelijkertijd kampen we met een enorme personeelsschaarste wat het belang van een aantrekkelijke sector zijn en blijven extra onderstreept.”
Experts
-
Fedde Monsma
Manager Cao, Arbeidsverhoudingen en Projecten
De eerste onderhandelingsdag startte traditiegetrouw met de uitwisseling van de inzetbrieven. De sfeer was goed. Iedereen is zich bewust van de complexe opgave. CNV en FNV benadrukten, samen met een aantal leden van de schoonmaakregering, het belang van een goede uitvoering van de cao. De werkgevers vragen op hun beurt om constructieve onderhandelingen waarin het gemeenschappelijk belang van een aantrekkelijke sector leidend is. Hierna trapte Schoonmakend Nederland af met het voorstel vanuit de werkgevers.
Inhoud en vorm aan knelpunten
Monsma: “In de afgelopen cao-periode is in vertrouwen constructief samengewerkt tussen de sociale partners. Niet voor niets hebben we gezamenlijk de lopende cao aangepast om de bestaanszekerheid voor medewerkers te vergroten. Daarnaast hebben we samen inhoud en vorm gegeven aan belangrijke onderwerpen die in de vorige cao zijn afgesproken, zoals een begrijpelijkere cao, investeren in de kwaliteit van leidinggevenden, onderzoek naar frequent ziekteverzuim en het waarborgen van het vakmanschap. Een aantal verdient een vervolg in de komende cao.”
Aantrekkelijke werkgever
Schoonmakend Nederland ziet vier knelpunten in de sector waar wij met vakbonden over in gesprek willen. Monsma: “De belangrijkste en al eerder genoemd, is de arbeidsmarkt. Bijna 80% van de werkgevers in de schoonmaaksector maakt zich ernstige zorgen over het vinden van nieuwe medewerkers. Met een goed loon, grotere arbeidscontracten door onder meer dagschoonmaak en een aantrekkelijk (groen) arbeidsvoorwaardenpakket wil de branche nieuwe medewerkers aantrekken en zich blijven(d) onderscheiden van andere sectoren.”
Behoud medewerkers
Daarnaast ziet Schoonmakend Nederland kansen in een opleiding die (nieuwe) medewerkers kennis laat maken met de specialistische kant van het vak, zoals glaswas, vloeronderhoud en calamiteitenreiniging. Zo ontstaat een breder beeld van de (doorgroei)mogelijkheden die onze sector biedt. Deze betere zichtbaarheid in combinatie met een aantrekkelijk arbeidsvoorwaardenpakket moeten ook zijn uitwerking hebben op het behoud van medewerkers. Een andere kopzorg. Nog te veel medewerkers stromen vroegtijdig uit.
Duurzaam inzetbaar
Met een gemiddelde leeftijd van bijna 48 jaar is vergrijzing en dus uitstroom een derde knelpunt. Om te werken aan de duurzame inzetbaarheid van de huidige medewerkers zet Schoonmakend Nederland onder meer in op continue ontwikkeling. Denk aan het voortzetten van de opleiding digitale vaardigheden en jaarlijkse herhaling van de basisopleiding Schoonmaak, waarin veel aandacht is voor ergonomie.
Gezond en veilig werken
Daarnaast verdient gezond en veilig werken blijvend aandacht. Zo wil Schoonmakend Nederland het Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) stimuleren. Ook een vitaliteitsfonds ziet Schoonmakend Nederland als belangrijke instrumenten om medewerkers gezond en vitaal te houden. Het voortzetten van het Generatiepact en (een uitbreiding van) de RVU-regeling (afhankelijk van politieke besluitvorming) tenslotte moeten ervoor zorgen dat oudere medewerkers gezond met pensioen gaan én er in goede gezondheid van kunnen genieten.