Een medewerker heeft recht op minimaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Een medewerker mag zelf kiezen of zij 6 of 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum met zwangerschapsverlof gaat. Na de bevalling heeft zij recht op 10 of 12 weken bevallingsverlof. Zij is op dat moment verplicht om minimaal 6 weken bevallingsverlof op te nemen waardoor ze (in het geval van 10 weken bevallingsverlof) nog 4 weken te gaan heeft. Deze weken mag ze in overleg met de werkgever binnen een tijdsbestek van 30 weken na de bevallingsdatum naar eigen inzicht inzetten.

Een werkgever is niet verplicht om akkoord te gaan met het verzoek van de medewerker als er aantoonbare bedrijfseconomische redenen zijn. Zo kan de werkgever bijvoorbeeld stellen dat er een tijdelijke vervanger is aangesteld waardoor alle werkzaamheden vervuld worden.

Voor het gemak gaan we in deze situatie wel uit van een akkoord vanuit de werkgever. In dat geval wordt het 6-urige WAZO verlof van de medewerker aangevuld met 14 uur salaris. Let op: de uitbetaling van de WAZO gaat gewoon door, ondanks dat de medewerker weer aan het werk is! De uren die ze werkt mag ze dan later onbetaald opnemen.

Voorbeeld
De medewerker start 4 weken eerder dan gepland en werkt 20 uur in plaats van haar 6-urige WAZO verlof. De medewerker blijft in dat geval 4x6 = 24 uur WAZO uitbetaling ontvangen. Daarnaast krijgt ze 4x14 = 56 uur aan salaris uitbetaald door de werkgever. De 24 uur WAZO verlof mag ze dan later (binnen 30 weken na de bevallingsdatum) onbetaald opnemen naar eigen inzicht aangezien ze deze al uitbetaald heeft gekregen.

Lees meer over zwangerschaps- en bevallingsverlof op de website van de Rijksoverheid. 

Speelt een soortgelijke situatie in jouw organisatie en heb je advies nodig?

Neem contact op met de Verzuimhelpdesk