Uitstoot van broeikasgassen

Broeikasgassen vormen een belangrijke oorzaak voor de opwarming van de aarde. De gassen die vallen onder het Klimaatakkoord van Parijs zijn koolstofdioxide (Co₂), methaan (CH₄), distikstofoxide (N₂O), fluorkoolwaterstoffen (HFK's), perfluorkoolwaterstoffen (PFK's), zwavelhexafluoride (SF₆) en stikstoftrifluoride (NF₃).  

Er zijn twee karakteristieken die daarbij belangrijk zijn:

  1. Het stralingsrendement
    Dat is het vermogen om energie te absorberen.
  2. De duur waarin ze in de atmosfeer blijven
    De broeikasgassen vormen als het ware een deken om de aarde waarbij de mate waarin de deken de warmte vasthoudt en de tijd dat de deken de warmte kan vasthouden bepalen hoe schadelijk een broeikasgas is. Op basis van deze karakteristieken is een vergelijkingsmaat ontwikkeld waardoor de andere zes broeikasgassen worden uitgedrukt in een Co₂ equivalent.  

Dat Co₂ als referentiegas wordt gebruikt voor de overige zes broeikasgassen is omdat volgens het GHG-protocol Co₂ het belangrijkste broeikasgas is dat voor ongeveer 80% bijdraagt aan het totale opwarmingseffect van de huidige emissies.

uitstoot van broeikasgassen

Expert

Jasper van der Schoot

Jasper van der Schoot

Stagiair circulaire economie

06-54753484 jasper.van.der.schoot@schoonmakendnederland.nl

Scope 1, 2 en 3

De uitstoot van een bedrijf wordt in drie categorieën onderverdeeld:

Scope 1: directe emissies

Emissies in scope 1 omvatten directe emissies van bronnen die het bedrijf in eigendom of onder beheer heeft. Dit omvat on-site energie zoals aardgas en brandstof, koelmiddelen, en emissies van verbranding in boilers en ovens in eigendom of onder beheer, evenals emissies van voertuigen in het wagenpark (bijvoorbeeld auto's, bestelwagens, vrachtwagens, helikopters voor ziekenhuizen). Scope 1 emissies omvatten ook procesemissies die vrijkomen bij industriële processen en productie op locatie (bijvoorbeeld fabrieksrook, chemicaliën).

Scope 2: indirecte emissies van aangekochte energie

Emissies in scope 2 omvatten indirecte broeikasgasemissies van aangekochte energie, zoals elektriciteit, warmte of koeling, gegenereerd buiten uw bedrijf en verbruikt door uw bedrijf. Bijvoorbeeld: Elektriciteit gekocht van een energiemaatschappij wordt off-site opgewekt, dus worden ze beschouwd als indirecte emissies.

Scope 3: indirecte emissies in de waardeketen

Emissies in scope 3 omvatten alle indirecte emissies die plaatsvinden in de waardeketen van uw onderneming. Daarbij wordt ten eerste onderscheid gemaakt tussen upstream emissies. Daarmee worden de indirecte broeikasgasemissies bedoeld binnen de waardeketen van jouw bedrijf die verband houden met gekochte of aangekochte goederen (materiële producten) en diensten (immateriële producten) en die worden gegenereerd van ruw basismateriaal tot eindproduct.

Ten tweede worden downstream emissies onderscheiden. Daarmee worden de indirecte broeikasgasemissies binnen de waardeketen van een bedrijf bedoeld die verband houden met verkochte goederen en diensten en die worden uitgestoten nadat het eigendom van of de zeggenschap door uw onderneming is beëindigd. Daarbij wordt ook wel gesproken over emissies als "het resultaat van activiteiten van activa die geen eigendom zijn van of niet worden gecontroleerd door de rapporterende organisatie, maar die de organisatie indirect beïnvloedt in haar waardeketen". Hoewel deze emissies buiten de controle van de rapporterende onderneming vallen, kunnen zij het grootste deel van haar broeikasgasemissie-inventaris vertegenwoordigen.

Aanvullende uitleg over broeikasgassen

Koolstofdioxide (CO2) is een gas dat op natuurlijke wijze wordt geproduceerd door bijvoorbeeld dieren tijdens de ademhaling en door ontbinding van biomassa. Daarnaast komt het in de atmosfeer terecht door de verbranding van fossiele brandstoffen en chemische reacties. Het wordt uit de atmosfeer verwijderd door planten via fotosynthese, een proces dat zonlicht omzet in energie. Daarom spelen bossen een belangrijke rol bij het opvangen van koolstof.

Methaan (CH₄) is een kleurloos gas dat het hoofdbestanddeel is van aardgas. De uitstoot ervan is het gevolg van de productie en het vervoer van steenkool, aardgas en olie, alsook van veehouderij en andere landbouwpraktijken, landgebruik en door het vergaan van organisch afval op stortplaatsen voor stedelijk afval. In 2021 waren de meeste methaanemissies afkomstig van de landbouw, bosbouw en visserij.

Distikstofoxide (N₂O) is een gas dat voornamelijk ontstaat als gevolg van microbiële werking in de bodem, het gebruik van stikstofhoudende meststoffen, de verbranding van hout en bij de chemische productie. Het wordt uitgestoten bij landbouw- en industriële activiteiten en bij landgebruik; de verbranding van fossiele brandstoffen en afval; en de behandeling van afvalwater. In de EU hebben landbouw, bosbouw en visserij in 2021 de meeste distikstofoxide uitgestoten.

Ongeveer 90% van de uitstoot van gefluoreerde gassen wordt veroorzaakt door Fluorkoolwaterstoffen (HFK's). Zij worden voornamelijk gebruikt om warmte te absorberen in koelkasten, diepvriezers, airconditioners en warmtepompen; als drijfgas in astma-spuiten en technische spuitbussen; als blaasmiddel voor schuim en in brandblussers. In 2021 waren ze vooral te vinden in de groot- en detailhandel, de reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen. De EU streeft ernaar deze stoffen tegen 2050 volledig te elimineren.

Perfluorkoolstoffen (PFK's) zijn door de mens gemaakte samenstellingen die vaak in industriële productieprocessen worden gebruikt.

Zwavelhexafluoride (SF₆) wordt gewoonlijk gebruikt bij de isolatie van elektriciteitsleidingen.

Stikstoftrifluoride (NF₃) wordt gebruikt als schoonmaakgas in productieprocessen om ongewenste ophopingen op onderdelen van microprocessoren en circuits tijdens de bouw te reinigen.